
Donderdag 9 oktober werd op het weelderige domein van de Isel foundation naar tweemaandelijkse gewoonte een receptie gehouden ter ere van de publicatie van de nieuwste editie van het kunstblad Isel. Een blik op de cover leerde mij dat de redactie een artikel had gewijd aan ene zekere Louis De Cordier, ons allemaal welbekend dankzij de reportage van Knack eind augustus. En wie zou er naast een horde parmantig opgetutte taarten uit de high society en enkele wanhopig naar sponsors zoekende kunstenaars op die happening opdagen? De Cordier in eigen persoon, en dan nog vergezeld van zijn kompaan dr. Geryl!
Een uitgelezen kans om de twee illustere figuren te observeren, luistervinken, ja zelfs een kruisverhoor af te leggen. Aldus trok ik een vers hemd en degelijke vest aan en zette ik m’n pseudo-hippe bril aan om de ware aard van hun bedoelingen te ontdekken.
Eenmaal aangekomen bleek mijn vooringenomenheid te beantwoorden aan het klassieke cliché van de kunstwereld: een weelde aan totaal overprijsde maar vooral onbegrijpelijke kunstobjecten was te bezichtigen voor het publiek. Dat bestond zoals vermoed voor een groot stuk uit cultureel aangelegde vrouwen die duidelijk hun echtgenoten hadden meegesleurd naar deze sociale gebeurtenis. Want zoals de meeste recepties was dat vooral de teneur. Netwerken en small-talk uitkramen zonder een echt zinnig gesprek te hebben is nu eenmaal des mens.
Na enkele glaasjes champagne geserveerd door enkele (overigens vrij aantrekkelijke) jonge serveersters begaf ik mij naar De Cordiers kamer, die volledig gedomineerd werd door een in het licht badende Golden Sun Disk. Uiteindelijk lukte het me om hem te strikken voor enkele vraagjes. Hoewel vraagjes… Mezelf voorstellen als iemand die archeologie gestudeerd had was al genoeg om hem in een spraakwaterval om te toveren.
De algemeenheden die hij te verkondigen had zijn bekend dus die zal ik maar overslagen. Het begon interessanter te worden toen hij zei dat hij geïnspireerd is door kosmische radiogolven, en dat die in feite zijn hele carrière en bij elk werk van zijn hand van belang zijn. Een kijkje op www.louisdecordier.be kan dat misschien verduidelijken. Het is zo dat zijn kunst steevast een functionele kant moet hebben. Zonder daar teveel op in te gaan wil ik enkel vermelden dat het project in Hawara aansloot bij zijn kosmische theorieën dankzij het geofysisch onderzoek, die als het ware een link vormde tussen zijn interesse in de fysische wetenschap en zijn passie voor mythische of eerder mysterieuze oude culturen. Hij gaf openlijk toe dat het project en de bezigheid an sich de feitelijke prioriteit hadden. Het resultaat van de scans is in zekere zin een bijkomstigheid dat in mindere mate bijdraagt tot het geheel. Dit standpunt blijkt dan ook uit zijn verklaring dat het meegenomen is als er iets onder de plaat ligt; maar is dat niet het geval: tant pis. Ik kreeg de indruk dat hij dus zelf niet helemaal overtuigd was. Dat hoorde ik ook al toen hij eens op StuBru een radio-interview gaf aan Siska Schoeters. Al was het gesprek dankzij de bedroevende bijdrage van Siska helaas van weinig belang (don’t ask), toch zei hij dat hij zelf een beetje verrast was rond de commotie errond en dat het nogal ‘snel’ ging. Mijn punt is: het resultaat dient voor hem als het ware de methode, terwijl archeologen het weleens andersom durven te zien.
Soit, hij had zich wel wat in de kwestie verdiept, naar zijn zeggen was hij er al een tweetal jaar mee bezig. Alleszins meer dan ik (en dat mag ook wel!), want hij wist wel een aantal aannemelijke feiten te vertellen. Mijn nekharen rezen echter ten berge toen hij begon over het belang en der herkomst van het labyrint. Niet toevallig ook een van de meer onsamenhangende episodes uit zijn betoog.
Hij beweerde dus dat de kennis die uit het labyrint zou gehaald kunnen worden afkomstig is van een beschaving van voor de laatste ijstijd, waar geen sporen meer van te vinden zijn. Leek me nogal vreemd dat er van een ontwikkelde beschaving geen sporen meer zouden te vinden zijn, terwijl er genoeg prehistorische vondsten uit de pre-ijstijd bekend zijn, maar goed. De astronomische kennis van de Egyptenaren zou dus aan hen te wijten zijn, die delen van hun kennis zouden verspreid hebben en op de een of andere wijze bij de Nijlbewoners terecht zijn gekomen. Het geloof daarin had hij dus van de befaamde dr. Geryl en ik geloof dat hij hem echt bewonderde. Hij deed er alleszins nogal lyrisch over. Daarom ging ik eens met de man praten.
Een vrij antipathieke en nogal wereldvreemde kerel to say the least. Toen ik hem vroeg in welke mate hij samenwerkte met De Cordier en wie het project echt in handen heeft zei hij: helemaal, wij doen en bespreken alles samen. Toen wist ik al een beetje hoe laat het was natuurlijk. Toch zijn de beweegredenen van de twee niet helemaal hetzelfde. De Cordier is vooral in de zoektocht en zijn kunst geïnteresseerd. Hij is volgens mij oprecht, en heeft denk ik geen verkeerde bedoelingen. Het kan best zijn dat het geofysisch onderzoek iets oplevert. Ik neem wel aan dat die Egyptenaren wel degelijk onderzoek doen. Die Geryl daarentegen. Holy ****. Die vent is enkel geïnteresseerd om zijn etherisch gewauwel meer kracht bij te zetten door zijn end-of-time theorieën te spijzen.
Wat blijkt nu? Ze willen het water wegpompen, en dan een proefsleuf trekken om een kijkje te nemen, maar daar is geld voor nodig. Het geld van de voorbije expeditie - een € 40 000 - is geheel opgesoupeerd. Daarom hebben ze sponsors nodig, want je kan niet altijd een stel Sun Disks verkopen als je in geldnood zit. Ze moeten dus flink wat media aandacht krijgen om die sponsors aan te trekken. Volgens Geryl is dat in eerste instantie de Egyptische overheid of dienst voor archeologie, enfin iets van die strekking, en wellicht ook giften van private personen, UNESCO en what not. Daar begint bij mij een belletje te rinkelen, want zonder een grootse ontdekking zouden ze wellicht geen geld kunnen rapen voor verder onderzoek. Vooral omdat op de site www.mataha.org nog altijd geen scans te zien zijn. Het is in dat opzicht wel bizar dat De Cordier stelde dat die op de site stonden, en dat Geryl dacht dat die er wel opstonden, maar dat hij het niet zeker wist (qué?!!).
Omdat het resultaat van hun eerdere scans te korrelig is moeten ze een tweede scan uitvoeren en het water wegpompen. Is het resultaat gewoon te wazig om zekerheid te hebben? We weten het niet want ze worden niet gepubliceerd. Waarom?
The shit really gets crazy als Geryl begint over zijn geofysische scan van het Giza plateau in 2006. Hij werkte samen met een team Polen en de Egyptenaren van NRIAG. Volgens de goede man had hij het graf van Cheops gevonden. Welteverstaan, het 2de graf van Cheops, het echte dus. Blijkbaar was die grafkamer van behoorlijke afmetingen. Hij zei iets van een 20 meter breed en 30 meter hoog, wat geenszins klein bier is. Ik vroeg hem daarop wanneer of waar dat gepubliceerd was, want daar had ik niks van gehoord. Hij vervolgde dat die specifieke vondst niet gepubliceerd was dankzij ruzie tussen de Polen de Egyptenaren van het NRIAG (een algemeen onderzoek zelf is wel door NRIAG gepubliceerd, maar de site ligt plat momenteel). De polen hadden namelijk bij hun terugkomst in eigen land gelekt over het onderzoek (wel niets van gehoord maar kom) voordat het in Egypte was gepubliceerd, en dat zou blijkbaar de kop kunnen kosten van niemand minder dan… dr. Abbas. Daarom kan het niet gepubliceerd worden, want niemand wil zijn kop zien rollen. Dit belet hem niet om in 2008 weer met Abbas samen te werken. Uiteraard. Maar hoera ende jochei, er is een oplossing! Het zou wel kunnen gepubliceerd worden door een nieuw onderzoek te doen! Nu wil het toeval dat in Hawara een project loopt waar veel centjes en street cred in de hoods of Egyptian archaeology kan verworven worden. Een samenloop van omstandigheden? I don’t think so. Geryl kent naar eigen zeggen De Cordier al anderhalf jaar, terwijl De Cordier al een tweetal jaar onderzoek deed. Geryl heeft de kunstenaar ook geintroduceerd bij zijn makkers bij NRIAG, en heeft hem ook mals gemaakt voor zijn fantastische theorieën, die nu eenmaal makkelijk ingang vonden bij een kerel die een interesse had in oude culturen, mythes, raadsels en het onbekende. Uit de manier waarop De Cordier naar hem verwees dacht ik instinctmatig dat Geryl hem in zijne zak had. Ik geloof echt dat Geryl in hem een werktuig ziet voor zijn eigen doeleinden.
Om te eindigen: hij was er zeker van dat hij het had gevonden in giza, maarja, hoe kunt men zeker zijn met een GPR scan? Enfin, de site van NRIAG waar het rapport op staat is down momenteel, maar op andere sites met interviews staat niets echt dat op bewijs lijkt, en de Polen hebben geen toestemming gekregen om opgravingen te doen wat misschien al aan teken aan de wand is. Eventueel was dat onderzoek niet wat hij uiteindelijk voor ogen had, want toen al zei hij dat zijn doel - de heilige kennis - in het labyrint te vinden was, en daar heeft hij een uiterst geschikte pion voor gevonden: De Cordier.
Ps: Geryl geloofde echt wat hij zei. Ik kan dat wel appreciëren, maar ik voelde toch een soort onbehagen van zijnentwege toen ik hem bepaalde vragen begon te stellen. Op het einde wou hij er toch vanaf zijn… Ik vraag me alleszins af hoe hij zou reageren als uiteindelijk blijkt dat de feiten hun theorieën niet staven. Ik heb zo’n vermoeden dat het bij zijn scan in giza het geval was, en dat hij er niet al teveel in detail wou over vertellen tegen een non-believer zoals ik. Gelukkig waren er genoeg dametjes en ‘belangrijke’ mensen die nietsvermoedend en vol beate verwondering konden opkijken naar het ego van de Belgische redder des vaderlands… binnen vier jaar toch, als we allemaal dingen naar een plaatsje in zijn Peruviaanse bunker.
No comments:
Post a Comment